Periode vogels in klas 6

Als vervolg op de dierkundeperiode in klas 4, hebben de kinderen uit klas 6 dit jaar een vogelperiode. Een bijzonder onderwerp om eens beter te bekijken, want van de gewervelde dieren bewegen alleen deze zich tussen de aarde en de lucht! Dat vogels kunnen vliegen zien we als de gewoonste zaak van de wereld. Maar hoe zit dat met die veren? En wist je dat vogels holle botten hebben zodat ze lichter zijn? Ook zijn ze zo  verschillend van elkaar in kleur, uiterlijk en beweging.

We bekijken dit onderwerp nader aan de hand van de vier elementen: lucht,  aarde, water en vuur.

Lucht

Luchtvogels leven met de enorme dimensies van de stralende ruimte boven de aarde.  Zij zijn veel en langdurig in de lucht en genieten van de snelle en onbelemmerde beweging. Onze aarde is voor hun slechts een steunpunt voor rust. Prooien worden al vliegend gevangen en daarbij worden zeer grote snelheden ontwikkeld.

Zoals zij de aarde vaak ver onder zich laten, zoeken zij hun prooi dan ook op verre afstand. Tot deze groep behoren in de eerste plaats de roofvogels. De jongen van de roofvogels, behoren tot de nestblijvers. Zij worden zeer hulpeloos geboren en blijven in het nest tot zij vrijwel uitgegroeid zijn en hun vleugels kunnen uitslaan. Deze vogels zoeken eerst verbinding met de lucht voordat zij in aanraking komen met de aarde.

Aarde

Recht tegenover de luchtvogels, staan de hoenderachtigen. Deze vogels leggen juist de nadruk op het vermogen van de aarde. Zij kunnen als regel wel vliegen, maar doen dit alleen uit noodzaak en vaak zo kort mogelijk. De vleugels van deze vogels zijn dan ook vaak minder ontwikkeld. Wanneer zij zich moeten verplaatsen doen zij dit liefst lopend of rennend.

Zij hebben geen behoefte om grote afstanden af te leggen en vinden hun voedsel vlak voor hun snavel. Zij zoeken hun voedsel vaak onder het oppervlakte van de aarde. In tegenstelling tot het ruime en open leefgebied van de luchtvogels, is het leefgebied van deze vogels veel kleiner en biedt de aarde hen bescherming. De jongen van hoenderachtigen behoren tot de nestvlieders. Als de eieren uitkomen verlaten zij al spoedig het nest en kunnen vrijwel direct lopen. Hun vleugels groeien pas later sterk uit, zodat ze ook kunnen vliegen. Deze vogels gaan als eerste verbinding met de aarde aan.

Water

Tot het element water behoren op de eerste plaats de meeuwen, waarin de albatros dit element het sterkst laat zien.

Deze vogel ontvlucht de aarde niet in de hoogte, maar in horizontale richting. Als hij wil rusten, moet hij zich neerlaten te midden van de golven. Voor hen is er nergens een vast steunpunt of schuilplaats. Zij leven met de weidsheid van het zeeoppervlak.

Een bijzondere eigenschap van de vogels die tot het element water behoren, is dat ze kunnen zwemmen. Tussen hun tenen hebben zij dan ook zwemvliezen, die zij gebruiken om zich sneller door het water voort te bewegen. Voedsel halen deze vogels voornamelijk uit het water of wateroppervlak.

Vuur

Tegenover het element water staat vuur, oftewel de warmte. Tot dit element behoren de zangvogels. Deze vogels zoeken struiken en bossen als omgeving. Voor hen is er geen scherpe scheiding tussen de aarde beneden en de lucht boven hen. De hemel wordt vaak in hoge mate afgeschermd door een bladerdek en zij zoeken dan ook veel de beschutting op. Soms wagen zij zich wel in de vrije ruimte om afstanden af te leggen of om voedsel te zoeken op open velden. Toch leven zij het liefst beschut tussen de takken en bladeren. Hun nestjes maken zij verstopt op vaak donkere plekken. Deze vogels zijn beweeglijk en snel. Ze hippen of fladderen vlug van tak naar tak, waaraan zij zich goed kunnen vastklemmen. Schokkende snelle en felle bewegingen zie je zijn kop vaak maken. Hun beweeglijkheid en hun ongewoon felle uitingen, wijzen op hun verwantschap met de warmte. Door de plaatsing en inrichting van het nest wordt dit niet blootgesteld aan invloed van de aarde, wind en water. Vaak schermen zij hun nest ook nog af van boven, door een holle boomstam of nestkastje te gebruiken.

Een interessante en leuke periode, waarin de kinderen hard werken aan hun eigen vogelboekje.

Een mooi beeld voor de 6e klasser, die dit jaar zal uitvliegen!

Esmée Jansen, leerkracht klas 6 op de Leeuwenhartschool in Oud-Beijerland


De Leeuwenhartschool is een kleinschalige vrijeschool in Oud-Beijerland, gemeente Hoeksche Waard. Meer weten over onze school of ons bijzondere onderwijs? Kom gerust langs op een van onze inloopochtenden.

Geplaatst in categorie

“Door het vieren van jaarfeesten worden kinderen zich bewust van het jaarverloop en stimuleren we verbondenheid met de natuur”